Bericht 015
 
 

tekst van bord:
Het Artiestenhofje was een trefpunt van cultureel Den Haag in de jaren dertig en veertig van de twintigste eeuw.

een bericht van:

Truus Nobbe

locatie:

toegangspoort Artiestenhof, Trompstraat 172 t/m 198

 

 

Bouw hofje
In 1878 werd dit hofje in opdracht van Koning Willem III gebouwd. Hij liet het bouwen om zijn personeel van de Koninklijke Stallen te huisvesten. In tegenstelling tot andere hofjes die eind negentiende eeuw werden gebouwd, waren de 14 huisjes in dit hofje relatief groot en kwalitatief beter.
In het begin was er geen ruime toegangspoort, maar betrad men het hofje via 2 zeer smalle poortjes tussen de huizen van de Trompstraat. Later werd een poort gemaakt door het uitbreken van een benedenhuis, waar eerst een Chinese wasserij gezeten had. Het ene oorspronkelijke toegangspoortje werd bij een naastgelegen fabriek getrokken, het andere poortje kreeg een bestemming als fietsenstalling voor de hofjesbewoners.
Aanvankelijk lag in het midden een grote tuin, maar nog voor de Tweede Wereldoorlog kregen alle huisjes een eigen voortuin. De grote middentuin werd bestraat.

 

 

 

 

 

 

 

Artiestenhofje
Na het personeel van de Koninklijke Stallen, kwamen de artiesten. Sinds de jaren dertig en veertig van de twintigste eeuw kreeg het hofje dan ook bekendheid als het 'Artiestenhofje'. In deze periode was het een trefpunt voor cultureel Den Haag. Een van de belangrijke instigatoren hiervan was de kunstkenner Hendricus Petrus Bremmer, die vlakbij woonde, in de Trompstraat 322. Een gedenksteen aan de pui van dit huis herinnert hier nog aan.

Bremmer
Dr. Hendricus Petrus Bremmer (Leiden 1871 - Den Haag 1956) verhuisde in 1902 naar de Trompstraat en zou hier tot zijn dood blijven wonen. Bremmer had een belangrijke functie in het Haagse culturele leven, want hij was niet alleen kunstpedagoog, maar ook kunsthandelaar, kunstverzamelaar; kunstschilder en ondersteuner van kunstenaars.
Hij was oprichter en redacteur van verschillende kunsttijdschriften en schreef in 1911 als eerste een boek over Vincent van Gogh. Als een van de weinigen wist hij toen al het talent van deze schilder op waarde te schatten.

Kröller-Müller
Bremmer gaf vanuit zijn huis ook cursussen over schilderkunst. Een van de deelnemers hieraan was de zeer welgestelde mevrouw H.E.L.J. Kröller-Müller. Zij raakte zo enthousiast door de lessen van Bremmer, dat zij op zijn advies kunst ging aanschaffen. Uiteindelijk ontstond hierdoor de belangrijke kunstcollectie Kröller-Müller, met onder meer werken van Vincent van Gogh.

Dreigende afbraak
Na de Tweede Wereldoorlog bestond het plan het hofje af te breken, omdat de huisjes inmiddels in een zeer slechte staat verkeerden. Het ministerie van Wederopbouw besloot gelukkig geen uitvoering aan dit plan te geven en liet het Artiestenhofje in 1952 restaureren. Tegenwoordig is het Artiestenhofje een groene oase in een drukke stad, en nog steeds een geliefde plaats van kunstenaars.