Bericht 305
 
 

 

tekst op bord:

21 november 1944: razzia's in Den Haag. Hier, in het oude gebouw van 'Kunsten en Wetenschappen' dreef de bezetter duizenden dwangarbeiders bijeen en voerde hen daarna weg.

een bericht van:

de heer A.M. Niemeijer

locatie:

Zwarteweg, vlakbij onderdoorgang van het ministerie van VROM



Razzia’s in Den Haag: verzamelplaats bij 'Kunsten en Wetenschappen'

 

Een ooggetuige blijft het zich herinneren

Ik, Arie Niemeijer, speelde buiten in de Maasstraat, met buurtvriendjes: Toon, Jan, Herman, Koos, Frans, Ben, Rinus…Opeens paniek. Vanuit de Scheldestraat vrachtwagens met Duitse soldaten. Motoren met zijspan en daarop mitrailleurs in aanslag. Uit de vrachtwagens werden driepoten uitgeladen en op elke straathoek geplaatst. Groepen soldaten doorzochten de huizen op zoek naar onderduikers. Mannen werden uit de huizen gehaald; oudere mannen moesten hun persoonsbewijzen tonen, ook mijn vader. Jongemannen moesten mee. Eerst werden zij naar het gebouw voor Kunsten en Wetenschappen gebracht. Daarna verder via trein of rijnaak. Daarna keerde de rust weer. Het was kort, maar hevig.

Zijn broer Wim was een van de afgevoerde dwangarbeiders.

 

Oorlogsbeelden

Arie Niemeijer is vijf jaar als de oorlog uitbreekt. Het bombardement van het Bezuidenhout, de schuilkelder, opgepakte en doodgeschoten plunderaars die met een bord en touw op hun nek als voorbeeld tentoongesteld werden, de jongen die dagenlang dood heeft gelegen voor de winkel van Simon de Wit aan het Spui, honger en kou, aardappels en kolen pikken bij de gasfabriek aan de Binckhorstlaan. Het staat in zijn geheugen gegrift en de heer Niemeijer kan en wil het niet vergeten. Nog steeds zijn de plekken in de Rivierenbuurt en in het centrum gekoppeld aan de gebeurtenissen in de oorlogsjaren. Waard om niet te vergeten en waard om er aandacht aan te besteden, ook voor hen die er niet getuige van waren.

Twee verzamelplaatsen van dwangarbeiders

Om die reden heeft de heer Niemeijer het initiatief genomen om op twee plekken in Den Haag de razzia’s onder de aandacht te brengen. Eén bij de plek waar het gebouw voor Kunsten en Wetenschappen stond en de slachtoffers van de razzia’s werden verzameld. En één bij een van de plaatsen waar de slachtoffers op transport werden gesteld: het Slachthuisplein. Daar werden de dwangarbeiders in rijnaken afgevoerd, met onbekende bestemming.

Razzia's 21 november 1944

De razzia in Den Haag vond plaats op 21 november 1944. Al in de oorlogsjaren daarvoor werden mannen gedwongen zich te melden voor de zogenaamde arbeidsinzet. Velen reageerden niet op die oproepen en doken onder. Razzia’s waren het antwoord en er werden dan ook regelmatig controles gehouden op plaatsen waar veel mensen bij elkaar kwamen. Na de landing van de geallieerden in Frankrijk werd de Duitse roep om meer arbeidskrachten voor de Duitse oorlogsindustrie groter en groter. Er werden plannen gemaakt voor grootschalige razzia’s in bezet Nederland. Op 7 oktober 1944 Utrecht, op 10 en 11 november 1944 Rotterdam en Schiedam.

Codenaam Operatie Sneeuwvlok

Op 21 november startte de razzia in Den Haag onder de codenaam Operatie Sneeuwvlok. De straten werden afgezet en alle mannen van 17 t/m 40 jaar moesten zich melden. Met warme kleding, stevige schoenen, dekens en eetgerei. De opgepakte mannen stonden in lange rijen en veel daarvan werden afgevoerd naar het gebouw voor Kunsten en Wetenschappen aan de Zwarteweg. Andere verzamelplekken waren de Haagse Dierentuin aan de Benoordenhoutseweg (de plaats waar nu het Provinciehuis staat) en het gymnasium aan de Laan van Meerdervoort. Volgens de historicus dr. Lou de Jong zijn er op 21 en 22 november 1944 ongeveer 8.000 dwangarbeiders uit Den Haag en zo’n 5.000 uit Rijswijk en Voorburg opgepakt.

  het ministerie van Kunsten en Weten-

  schappen destijds, foto HGA.

Opgepropt in rijnaken weggevoerd

Op 22 november vertrokken de opgepakten te voet naar de Laakkade. Daar lagen rijnaken afgemeerd. De mannen werden in de ruimen van de schepen gepropt en afgevoerd. Via Rotterdam, de Lek, het Merwedekanaal, langs Utrecht voeren de schepen naar Amsterdam. Dan ging het verder het IJsselmeer over naar onder andere Kampen. Meer dan zevenduizend Hagenaars belandden in de Van Heutzkazerne in Kampen. In Kampen werd de grote groep verdeeld over een groot aantal plaatsen in Nederland en vandaar uit vertrokken ze –later – naar Duitsland. De razziaslachtoffers werden tewerkgesteld in kleine dorpen of steden maar ook en vooral in werk- en strafkampen bij grote havens en industriesteden, zoals Hamburg, Dresden, Leipzig en Kiel. Of Danzig. Hier kwam de broer van Arie Niemeijer, Wim, terecht.

Chaotische terugtocht

Toen het Hitlerbewind begin 1945 meer en meer instortte begon voor vele dwangarbeiders een zeer chaotische tocht naar het westen. Velen hadden maanden nodig om voet te zetten op Nederlandse bodem. Ook na de bevrijding op 5 mei duurde het nog weken voordat iedereen thuis kon komen. Velen kwamen te voet, omdat het treinverkeer naar het westen nog lange tijd onmogelijk was door het verbod om de Grebbelinie te passeren. Pas op 2 juni 1945 kwam de eerste trein met gerepatrieerde dwangarbeiders aan in Den Haag.

Onbegrip bij thuiskomst

De ontvangst van de dwangarbeiders was moeilijk. Degenen die terugkeerden uit dwangarbeid werden geconfronteerd met veel onbegrip. De gedachte dat de dwangarbeiders vrijwillig naar Duitsland waren gegaan was hardnekkig. Ook kregen zij vaak het verwijt te horen waarom ze niet waren ondergedoken.

Mede om die reden is in september 1945 een organisatie opgericht om de belangen van de ex-dwangarbeiders te behartigen. Deze organisatie hield in 1947 op te bestaan. Pas veertig jaar later werd een nieuwe vereniging opgericht met eenzelfde doel: de Vereniging ex-dwangarbeiders Nederland Tweede Wereldoorlog.

Monument binnenplaats Provinciehuis

In november 1999 is in Den Haag het Gedenkteken Dwangarbeid onthuld op de binnenplaats van het Provinciehuis aan de Zuid-Hollandlaan. Hier stond ten tijde van de oorlog de Haagse dierentuin, een

verzamelplaatsen tijdens de Haagse razzia. 

Met de ingebruikneming van twee 'berichten op bordjes' op 4 mei 2007 wil de Stichting Berichten uit de Vorige Eeuw aandacht vragen voor de verschrikkelijke gebeurtenissen in november 1944. Het initiatief hiervoor is genomen door de heer A.M. Niemeijer die als kind ooggetuige was van de razzia’s.

De bordjes maken onderdeel uit van een hele serie bordjes met 'berichten uit de vorige eeuw'. Ze zijn goed herkenbaar aan het logo van de srichting. Een bordje is vastgemaakt aan een paal vlakbij bij het bruggetje voor de onderdoorgang van het ministerie van VROM bij de Zwarteweg/Oranjebuitensingel . Vlakbij deze plaats stond destijds het gebouw voor 'Kunsten en Wetenschappen'. Het andere bordje is vastgemaakt aan een van de posten van de poorten naar het Slachthuisplein bij de Laakhaven (het punt vanwaaruit de rijnaken vertrokken).

Meer informatie over de Haagse razzia’s is te vinden in het boek ‘Operatie Sneeuwvlok, De razzia van Den Haag’ van Reinold Vugs. Bij de samenstelling van deze tekst is dankbaar gebruik gemaakt van de informatie uit dit boek.

Zie ook bericht 306.